Hoe onderhoud je je Bosch wasmachine?

Maak je Bosch wasmachine regelmatig schoon. Je doet dit als volgt:

1. Reinig een lege trommel op 90°C.
2. Spoel de wasmiddellade schoon.
3. Neem het deurrubber af met een vochtige doek.
4. Leeg het afvoerfilter onder in de wasmachine.

Gebruik elke maand het programma ‘trommel reinigen’ om muffe luchtjes en wasmiddelresten te voorkomen. Zo ontstaan er ook geen bacteriën. Heeft jouw wasmachine dit programma niet, kies dan voor het katoenprogramma op 90°C. Stop tijdens dit programma geen wasgoed in de trommel en gebruik geen wasmiddel of wasverzachter. Open de deur direct na het einde van het programma.

Wasmiddel en wasverzachter resten blijven regelmatig achter in de wasmiddellade. Het is daarom belangrijk om deze eens in de paar maanden goed schoon te maken. De achtergebleven zeepresten zorgen voor een vettige en muffe was. Verwijder voorzichtig de wasmiddellade. Haal de inzetstukken uit de lade en reinig daarna het zeepbakje en de eventuele inzetstukken met warm water en een vochtige doek. Droog alles goed af, voordat je het terug plaatst in de wasmachine.

Heeft jouw Bosch wasmachine i-Dos? Maak de wasmiddellade dan elke keer schoon wanneer je van wasmiddel of wasverzachter wisselt. Verwijder eerst de grijze afdichtdoppen. Leeg de lade en haal hem er daarna uit met de vergrendeling aan de linkerkant. Haal dan de bovenkant rustig los en spoel de la goed schoon. Let er wel op dat er geen water bij het blauwe stukje achterin komt. Na het afdrogen van de wasmiddellade plaats je hem samen met de afdichtdoppen weer terug.

Om te voorkomen dat de trommel gaat stinken, maak je het grijze deurrubber regelmatig schoon. Vul een emmer heet water met een klein scheutje afwasmiddel. Maak de rubberen ring met een vochtige doek goed schoon aan de binnen- en buitenkant, aangezien hier vaak vuil en vet blijft hangen. Droog op het einde de rubberen rand goed.

Maak 2 keer per jaar het afvoerfilter schoon. Open het klepje onder in de wasmachine. Haal hier het slangetje uit om het water weg te laten lopen. Maak het filter los en vang het overige water op met een teiltje of een handdoek. Is al het water weggelopen, maak dan de binnenruimte goed schoon met een vochtige doek. Draai daarna het filter weer goed dicht. Controleer hierbij of de handgreep verticaal staat. Plaats het slangetje weer terug en sluit het afvoerklepje.