Welke espressomachine past bij jou?

Koffiezetten met een volautomaat gaat erg gemakkelijk. Zo druk je simpelweg op de knop en gaat de machine voor je aan het werk. Het apparaat maalt de koffiebonen automatisch fijn. Daarnaast zijn de koffierecepten al precies ingesteld. Zo heb jij hier geen extra werk aan. Voor een volautomatische espressomachine hoef je geen koffiekenner te zijn om een kopje koffie te zetten.

Koffiezetten met een pistonmachine gaat anders dan met een volautomaat. Zo komen hier veel verschillende handelingen bij kijken. Het kost tijd en geduld voordat je dit onder de knie hebt. Je maalt zelf de koffiebonen op de juiste stand fijn in de bonenmaler. Daarna vul je de filterdrager met de gemalen koffie en duw je dit met de juiste kracht aan. Als de koffie loopt, let je op de juiste waterdruk en doorlooptijd. Met al deze handelingen is er genoeg ruimte om te oefenen en experimenteren.

Je past bij een volautomaat op een aantal manieren de smaak van een kop koffie aan. Zo zet je de maalgraad van de bonen grover of fijner of pas je de sterkte per kopje aan. Dit heeft invloed op de intensiteit van de smaak. Je past gemakkelijk de waterhoeveelheid en watertemperatuur aan per koffiespecialiteit. Zo maak je ieder kopje koffie naar je eigen smaak. Als laatste pas je ook de hoeveelheid melk.

Met een pistonmachine zet je een kop koffie precies volgens je eigen recept. Dit komt omdat je hier zelf alle handelingen uitvoert en hiermee veel invloed uitoefent op het eindresultaat. Met de bonenmaler kies je uit een tiental maalstanden voor het malen van de bonen. Je bepaalt zelf hoeveel koffie je gebruikt per kopje en hoe hard je de koffie aanduwt. Daarnaast bepaal je hoelang de koffie doorloopt en hoe warm het water is dat je gebruikt tijdens het koffiezetten. Bij een pistonmachine heb je veel invloed op de verhoudingen. Denk aan de verhouding tussen water en koffie, maar ook tussen koffie en melk.

Net als koffiezetten, is het opschuimen van melk kost weinig werk. Bij volautomaten met een melkreservoir of melkslang druk je op de knop voor cappuccino. Daarna doet het apparaat het werk voor je. Bij volautomaten met een stoompijp doe je zelf het werk. Zo vul je het kannetje met melk en houd je dit onder de stoompijp. Houd er rekening mee dat melkschuim met een volautomaat lang niet zo dik en lobbig is zoals je van de koffiebar op de hoek gewend bent.

Met een pistonmachine schuim je melk op via een stoompijp. Als je hier wat handigheid in krijgt, pas je veel technieken toe. Met een krachtige stoompijp maak je dik, lobbig schuim. Zo vul je een rvs kannetje met melk en houd je hem onder de stoompijp. Je houdt zelf de temperatuur van de melk in de gaten. Daarna klop je de grootste bellen uit de melk als je met de onderkant van het kannetje op tafel tikt. Hierna schenk je zelf een figuurtje in je kopje koffie.

Omdat een volautomaat bijna alle handelingen van jou overneemt, moet je veel onderdelen goed onderhouden. Zo werkt hij niet alleen het best, maar ga je op een hygiënische manier met het apparaat om. De lekbak, koffiedikbak en het melksysteem maak je dagelijks schoon en de zetgroep reinig je wekelijks. Daarnaast vervang je het waterfilter per 3 maanden en ontkalk je hem eens per half jaar. Dat is nog best een klusje. Machines met automatische reinigingsprogramma's maken het onderhoud een stuk gemakkelijker.

Een pistonmachine onderhoud je gemakkelijker. Het verschil met een volautomaat is dat je tijdens en na het koffiezetten wat handelingen uitvoert. Zo reinig je de losse onderdelen onder de kraan en laat je de stoompijp doorstromen. Na het doorstromen veeg je de stoompijp af met een doek. Na het koffiezetten klop je het koffiedik uit de filterdrager. Je spoelt de melkkan af onder de kraan of reinigt hem in de vaatwasser. Als je nieuwe bonen in de bonenmaler doet, haal je alle oude resten weg. Eens per half jaar ontkalk je het apparaat en spoel je de leidingen schoon.