Do's en don'ts voor beginnende fotografen

Je hebt verschillende handmatige standen op je camera. De M stand is volledig handmatig. Je kiest hierbij zelf de sluitertijd, het diafragma en de ISO waarde. Als je dit lastig vindt, heb je 2 andere opties: sluitertijd en diafragma voorkeuze. Ga je voor sluitertijd voorkeuze, dan bepaal je zelf de sluitertijd. De camera past vervolgens het diafragma en de ISO waarde aan voor een goede belichting. Wil je een onscherpe achtergrond creëren, dan kies je voor diafragma voorkeuze.

De automatische stand op je camera stelt automatisch de witbalans, ISO, sluitertijd en het diafragma in. Dit maakt het fotograferen makkelijker, maar het maakt je foto’s niet per se beter. Wanneer je op verschillende locaties en in verschillende weersomstandigheden fotografeert, is het handig om te weten wat de witbalans en ISO precies doen. Zo speel je makkelijker in op onverwachte situaties. Wij adviseren dat je langzaam van de automatische stand afstapt en handmatig fotografeert.

De witbalans zegt iets over de kleurtemperatuur van je foto en wordt uitgedrukt in Kelvin. Blauw licht heeft een hoge Kelvin-waarde en oranje licht heeft een lage waarde en een warme sfeer. Als je jouw camera op Automatische witbalans zet, kiest de camera zelf een geschikte witbalans. Bij een zonsondergang is het handig als je zelf de witbalans instelt. Kies een situatie waarbij de waarde laag is, zodat de camera extra blauw toevoegt aan de foto voor een neutrale kleur.

Als je een te hoge ISO waarde gebruikt, is ruis beter zichtbaar in je foto's. Dit gebeurt vooral op donkere locaties, waar je de ISO moet verhogen. Sommige camera's hebben een goede ruisreductie, maar niet allemaal. Om te voorkomen dat je een te hoge ISO gebruikt, stel je een maximale ISO waarde in. De camera gaat hier niet overheen als je de ISO op automatisch hebt staan. Kies bijvoorbeeld voor een maximale ISO waarde van 1.600.

De meeste camera's zijn voorzien van een hele goede autofocus. Toch kan het geen kwaad om handmatig scherpstellen onder de knie te krijgen. Met name in situaties waarbij je werkt met een kleine scherptediepte zit de autofocus er nog wel eens naast. Dan is het handig om zelf scherp te kunnen stellen. Je stelt handmatig scherp door jouw lens op de M stand te zetten en aan de focusring te draaien. Blijf draaien totdat je jouw onderwerp scherp door de zoeker of liveview ziet.

Met een langzame sluitertijd creëer je lichtstrepen van auto's en krijgt stromend water een fluweelzacht effect. Als je deze foto's uit de hand opneemt, bestaat de kans dat je foto onscherp wordt. Gebruik daarom geen hele langzame sluitertijden als je uit de hand fotografeert. Ingebouwde beeldstabilisatie vermindert trillingen van je hand, maar dat is niet altijd genoeg bij een lange sluitertijd. Een statief is hiervoor de oplossing.

Als je jouw foto’s optimaal wil bewerken, dan raden we aan in RAW te fotograferen. Een RAW bestand heeft meer opslagruimte nodig, maar biedt veel meer mogelijkheden in de nabewerking. Er wordt niets verwijderd of toegevoegd aan de foto, waardoor je de volledige controle hebt over hoe de foto eruit komt te zien. Om deze bestanden te bewerken, heb je een fotobewerkingsprogramma nodig, bijvoorbeeld Lightroom of Photoshop.

Een JPEG bestand is een origineel bestand dat is gecomprimeerd. Daarom heeft het een kleinere bestandsgrootte dan RAW. De camera bewerkt zelf de kleuren en contrasten van het beeld, waardoor de foto direct klaar is voor gebruik. Als je deze bestanden uitgebreid bewerkt, gaan afbeeldingsgegevens verloren. Dit is niet optimaal voor de kwaliteit van je foto.

Compositie is de manier waarop je je onderwerp in het beeld positioneert. De juiste compositie kan een saaie foto transformeren tot een boeiende foto. Fotografeer je altijd op ooghoogte? Ga dan eens op een kruk staan, ga liggen of doe een stap naar links voor een interessante compositie. Composities maken leer je door veel te experimenteren.

Tijdens het fotograferen is het niet handig als je niet op de achtergrond let. Soms staan er bijvoorbeeld voorwerpen op de achtergrond. Als jouw model daar precies voor staat, lijkt het of dit voorwerp uit zijn of haar hoofd komt. Kijk dus van tevoren waar je jouw onderwerp plaatst in het beeld. Ook is het handig om te kijken of de achtergrond past bij het onderwerp dat je fotografeert.