Hoe installeer je Philips Hue buitenverlichting op netspanning?

Niet alle Philips Hue tuinverlichting werkt op netspanning. Sommige lampen werken in plaats van op 230V op 12V: laagspanning. De stroom die bij jou binnenkomt is netspanning. Sluit je een lamp direct aan op het stopcontact of op de grondkabels? Dan kies je voor netspanning. Om lampen op laagspanning te installeren, plaats je tussen de bekabeling en de lamp een trafo. Deze transformeert het voltage van 230V naar 12V. Bij veel Hue producten is dit inbegrepen. Laagspanning installeren is minder ingrijpend, omdat de bekabeling niet diep onder de grond hoeft te liggen. Voor installatie van lampen op laagspanning ga je naar onderstaand artikel.

Volg onderstaande stappen, zodat je de installatie veilig doet. Bij twijfel schakel je een specialist in.

• Stap 1. Maak een lichtplan en schakel de stroom uit
• Stap 2. Strip de juiste kabels met een striptang
• Stap 3. Verbind de kabels met een kroonsteen
• Stap 4. Test en bevestig de lamp
• Stap 5. Koppel de lamp aan de Hue Bridge

Philips Hue buitenlampen op netspanning verschillen qua installatie niet van gebruikelijke tuinverlichting. Een lamp op netspanning aansluiten is soms ingrijpend, waardoor je vooraf een lichtplan maakt. Maak een tekening van je tuin waar je de verlichting monteert en waar je bedrading loopt. Heb je nog geen bedrading maar wil je wel lampen op netspanning aanleggen? Dan leg je eerst YMVKas bekabeling aan. Ben je hier niet bekend mee? Laat dit dan een elektricien doen. Dit is ingrijpend voor je tuin, omdat de kabels minstens 60 cm diep moeten liggen. Tip: doe dit langs de rand van het gazon. De kabels halen hun stroom vanaf een bestaand stroompunt aan de gevel, bijvoorbeeld een stopcontact. Schakel wel eerst alle stroom uit, en controleer dit met een spanningsmeter of multimeter.

Wanneer je kabels op de goede plek liggen, leg je de lampaansluitingen aan. Om de kabels met elkaar te verbinden, strip je ze eerst met een striptang. Heb je geen striptang? Dan snij je het omhulsel weg met een scherp mes. Je snijdt de blauwe, bruine of zwarte en geel/groene draden een halve centimeter aan. Zo heb je genoeg speelruimte om de lampen straks aan te sluiten. Het is belangrijk dat je niet te veel wegsnijdt. Je wil niet dat de binnenkant van de kabel aan de elementen wordt blootgesteld. Zo voorkom je latere kortsluiting. Gebruik alleen materialen die voor buiten bestemd zijn.

Sommige lampen hebben een aansluitklem waar je de lamp direct op aansluit. Kijk in de handleiding welke draden je op welke klem aansluit. De geel en groene draad is altijd de aardedraad. De bruine of zwarte is de + en de blauwe is de - draad. Heeft je lamp geen directe aansluiting? Dan verbind je de kabels van de lamp met een kroonsteentje aan de stroomdraden. Je verbindt altijd dezelfde kleuren met elkaar. Blauw verbind je dus nooit met bruin of zwart. Als je kabels ondergronds gaat verlengen, gebruik je een speciale waterdichte kabeldoos. Deze zorgt ervoor dat er geen water bij kan.

Controleer de eerste stappen en bekijk of de binnenkant van de draden elkaar niet raken. Is de tuinlamp aangesloten? Dan schakel je de stroom weer in. Brandt de lamp? Dan heb je alles goed aangesloten. Wanneer het niet direct werkt,probeer je eerst de lamp in de Hue app te vinden en hem op deze manier in te schakelen. Hoe je dit doet, lees je in stap 5. Wanneer je vermoedt dat je iets verkeerd hebt aangesloten, kijk je naar de eerdere stappen. Schakel wel eerst de stroom weer uit.

Je Hue tuinlampen koppel je aan je wifi netwerk via de Bridge. De Hue Bridge verbind je met een ethernetkabel aan je router en je sluit hem aan op het stopcontact. Zorg dat de lampen stroom hebben en ingeschakeld zijn. Volg de stappen in de Hue app op je smartphone. Nadat je op de knop van de bridge drukt, zie je de bridge in de app verschijnen. Hierna verschijnen de lampen in de app en stel je ze volledig naar wens in. Zie je de lampen niet? Ga dan naar ‘instellingen’ → ‘mijn lichten’ en voeg een lamp handmatig toe.